De diepte in

Het oude en vertrouwde verlaten, we zijn er niet dol op. In een onbekende situatie gaan in ons oerbrein meestal alarmbellen af en brult onze interne navigatie bij herhaling: ‘KEER OM! ’. Een sprong in het diepe ( papegaaiduikers, ooievaars en andere professionals uitgezonderd) is vanuit het oogpunt van de overleving gewoon niet de meest logische weg.

 

Toch heeft een sprong in het ongewisse voordelen. In de ruimte van het niet weten zijn we meer ontvankelijk voor inspiratie, inzichten en nieuwe manieren. Om met Loesje te spreken: ‘wie loslaat heeft twee handen vrij.’ Wie wezenlijke verandering wil ontkomt er niet aan om de held in zichzelf aan het stuur uit te nodigen.

 

In mijn geheugen staat een sprong in het zwembad gegrift. In feite was het geen sprong: de badmeester was klaar met mijn watervrees en duwde me over de rand. Toen ik boven water kwam hield hij de lange stok met haak net buiten bereik van mijn graaiende handen. “Zwem er maar heen!”, schreeuwde hij. En zo trok ik als een ezel die een wortel voorgehouden krijgt mijn eerste baantje door het diepe.

 

Ik ben in de vijfenvijftig jaren die volgden nooit een waterrat geworden. De aanpak van de badmeester liet wel sporen na: duwen en trekken tijdens het begeleiden van veranderingsprocessen doe ik niet. Wie in mijn nabijheid de diepte zoekt, duikt in eigen tempo. Ik sta er bij en kijk er naar. Soms met open mond omdat wie moed verzamelt zo indrukwekkend en puur is.

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *