Mensen kijken vaak verrast wanneer ze voor de eerste keer onze spreekkamer instappen. Ik snap dat wel. Wie ergens voor therapie of begeleiding aanklopt verwacht achter de deur een suf zitje of een sofa en geen balen stro.
Ik herinner me nog mijn eigen sessies bij de psychiater in het dorp ruim 20 jaar geleden. De zwarte sluier om mijn hoofd wist van geen wijken en ik had vrij wanhopig bij hem aangebeld. Eerlijk gezegd kan ik me niet veel meer herinneren van de gesprekken die volgden. Wel van de toneelvloer en de rekwisieten. Lage stoelen recht tegenover elkaar, salontafel ertussen, op de tafel een fruitschaal waarin ik vóór ieder gesprek een eigen bijdrage van tien euro moest leggen. Nicotinebehang, sigarenlucht en het geluid van een pen op het papier. Ingehouden adem, opeen geknepen lippen en leegte. Allesverslindende leegte.
Het is goed mogelijk dat ik in de tijd die uit de eierwekker op de salontafel tikte nauwelijks een woord gesproken heb. Mijn zelfopgelegde zwijgplicht was op dat moment waarschijnlijk mijn sterkste troef. Van zelfsabotage had ik toen nog geen weet. De psychiater waarschijnlijk wel, hij zat tegenover me met een schrijfblok op zijn knieën en maakte af en toe een aantekening, ik neem aan over dingen die ongezegd bleven.
Van de pillen die hij voorschreef werd ik moediger. Moedig genoeg om te gaan helpen in een paardenstal verderop. Dat bleek een goede zet. Paarden vegen liefdevol de vloer aan met alles wat het overleven van hun kudde in gevaar brengt. En zo deden zij voortdurend aanspraak op mijn gezonde kern. Van mijn zwarte sluier, lege binnenkant en communicatie issues bleef weinig over. Aangemoedigd door de paarden en gesterkt door het buitenleven kwam ik weer bij zinnen.
Twintig jaar later. Ik kijk om me heen. We hebben net een familie uitgezwaaid. Bijna anderhalf uur zaten we met elkaar in een kring op strobalen, in een oude mestsilo, naast een brandende houtkachel en rond een familieboom. Met onze jassen nog nat van de regen hebben we naar elkaars verhalen geluisterd. Aandachtig en intens.
Ik sta in het laatste licht van deze dag tussen de paarden en denk aan de eenvoud die maakt dat diepe zielenroerselen aan het licht kunnen komen. De eenvoud van liefdevolle nabijheid in een uitnodigende omgeving. Ik heb er mijn werk van gemaakt. Wat een rijkdom.